SEES.NL/2015 ga naar SEES.nl
expeditie 2022

Translate 

Volg ons op:

Informatie voor:  

sponsoren

donateurs

pers


Laatste nieuws

Netherlands Scientific Expedition Edgeøya Spitsbergen

Contact informatie
startpagina
historie
edgeøya
oude gegevens
nieuwe gegevens
media
laatste nieuws
twitter
facebook
slot event
academische jaarprijs
over de expeditie
televisie
weblogs
radio
kranten
websites
overig

media > over de expeditie > weblogs

nieuws opgeven inloggen

Poolexpeditie dag 1: Klaar voor vertrek
Een dik pak bewolking beneemt ons bijna de hele vlucht naar Spitsbergen het zicht op de Arctische eilandengroep, waar ik samen met 55 poolonderzoekers de komende anderhalve week een wetenschappelijke bootreis gaan maken. Maar vlak voor de landing breekt even het wolkendek, en zien we een glimp van de paar honderd houten huizen die samen de "hoofdstad" Longyearbyen vormen.

Even later in het dorp is het een drukte van Nederlandse onderzoekers, onmiddellijk herkenbaar aan de zeeblauwe expeditiejassen. Iedereen is druk bezig met voorbereidingen en de laatste inkopen. Het is een bont gezelschap van ecologen, geologen, biologen en klimaatonderzoekers, ieder met hun eigen missie.

Smeltend ijs
Zelf ga ik op een gletsjer in het oosten van Spitsbergen een weerstation plaatsen, dat met een satellietverbinding de komende vijf jaar gegevens gaat doorsturen over het weer en het smelten van het ijs. Daarmee kunnen we meten hoe snel de gletsjers bijdragen aan de stijging van de zeespiegel.

Peter Kuipers Munneke staat de pers te woord voordat de Nederlandse poolexpeditie vertrekt ANP Door het zee-ijs en het koude oceaanwater aan de oostkust is het klimaat heel anders dan aan de relatief warme westkust. Ik vermoed dat de gletsjers in het oosten in een heel ander tempo op de opwarming van het noordpoolgebied reageren dan de gletsjers in het westen. Maar zeker weet ik dat niet, omdat er nooit eerder gletsjers in dit ontoegankelijke gebied zijn bestudeerd.

Ploeteren
Ergens in de komende dagen brengen rubberboten ons aan land, zodat wij het weerstation kunnen opzetten. Vanaf de kust is het nog vijf tot acht kilometer ploeteren over de toendra en de gletsjer. In totaal dragen we zeventig kilo materiaal, instrumenten en gereedschap. We hebben geen idee wat we aantreffen. Misschien moeten we door riviertjes waden, mogelijk is de grond heel zompig. Gelukkig hebben we 24 uur daglicht zodat we dag en nacht kunnen doorwerken.

Op het schip waarop we verblijven zijn de mogelijkheden voor communicatie beperkt. Toch ga ik proberen op NOS.nl een dagboek bij te houden van de reis. Natuurlijk over het onderzoek, maar ook over dagelijkse gebeurtenissen, en - hoe kan het ook anders - het weer. Daarnaast ben ik iedere werkdag te horen in het Radio 1 Journaal tussen 16.30 en 18.00 uur.

Poolexpeditie dag 2: Geen stenen meenemen of ijsberen aaien
Een verblijf op de Noordpool is aan strikte regels gebonden. De belangrijkste: geen blijvende sporen achterlaten, niets meenemen en als er een ijsbeer wordt gesignaleerd gaan we niet aan land.

Voor de meeste wetenschappers die mee zijn met de Scientific Expedition Edgeøya Spitsbergen-expeditie (SEES) wordt er niets nieuws verteld tijdens de veiligheidsbriefing aan boord van het expeditieschip. Het zijn doorgewinterde poolonderzoekers die wel weten hoe het werkt. Maar voor veel toeristen die mee zijn, ligt dat toch wat anders. Het toerisme neemt toe op de Noordpool. Voor hen heeft de Associatie voor Noordpoolcruises (AECO) strenge regels opgesteld.

Hondsdolheid
"Dat is geen overbodige luxe", vertelt expeditieleider Jan Belgers.: "Er zijn toeristen die hun naam met verf op de rotsen hebben gekalkt. Ze draaiden op voor de schoonmaakkosten en die kunnen in dit afgelegen gebied flink oplopen."

Het meenemen van stenen, fossielen of delen van een skelet is ook uit den boze. Het is sowieso niet aan te raden om kadavers aan te raken, omdat er hondsdolheid voorkomt op Spitsbergen.

Ook mogen er geen planten of bloemen worden geplukt. En een dier heeft op de Noordpool altijd voorrang. Je houdt afstand. Dat is zowel in het belang van het dier als de bezoeker, want een nieuwsgierige ijsbeer kan behoorlijk gevaarlijk zijn.

Disneyficatie
De toeristen krijgen vervolgens te horen wat ze moeten doen als er toch een ijsbeer in de buurt komt: vooral heel goed naar de gids luisteren. Die is bewapend, maar zal alleen in het uiterste geval zijn geweer gebruiken. "We zijn hier niet om ijsberen te schieten", zegt Belgers. "Je kunt er zelfs voor vervolgd worden."

Elk ijsbeerincident wordt door de lokale autoriteiten onderzocht. Belgers waarschuwt voor wat hij noemt de 'disneyficatie' van de ijsbeer: "Het is geen film, ze zijn niet aaibaar. Ze zijn gewoon gevaarlijk." Een kans om al het geleerde in de praktijk te brengen, krijgen we vandaag niet, want een geplande landing op de kust gaat niet door. U raadt het al: vlak voordat de rubberbootjes te water worden gelaten wordt er een ijsbeer gesignaleerd.

Poolexpeditie dag 3: In wollen truien terug naar de noordpool
Aan boord van het schip lijkt het soms een grote catwalk met fleece truien, Goretex-broeken en dikke gevoerde winterjassen. Er zijn een paar oudere heren die daar met blauwe wollen visserstruien sterk bij afsteken. Dit zijn de drie Spitsbergenveteranen, die vanaf midden jaren 60 bijna twintig jaar onderzoek hebben gedaan op Edgeøya, een eiland in het oosten van Spitsbergen.

Gesprek met Peter Kuipers Munneke Ko de Korte, Piet Oosterveld, Paul de Groot en wijlen Eric Flipse. In 1968 kwamen ze voor het eerst op Edgeøya, om onderzoek te doen naar ijsberen. Ze zouden er overwinteren. En daar moesten ze zelf een onderkomen voor bouwen. Het was een barre en avontuurlijke tijd. Maandenlang in het donker. Afgesloten van de buitenwereld, met temperaturen tot min dertig graden.

Vandaag gaan de overwinteraars, zoals ze worden genoemd, voor het eerst samen terug naar onderzoeksstation Kapp Lee. Ze willen kijken of er in de afgelopen decennia iets veranderd is op deze extreem afgelegen plek.

Platzak
Eén ding is in ieder geval anders: de reis naar Edgeøya. In 1966 ging Ko de Korte voor het eerst op weg naar Spitsbergen. Die reis duurde lang. Heel lang. "Als biologiestudent liftte ik platzak naar Bodø, Noord-Noorwegen", zegt De Korte. "Daarvandaan reisde ik op een van de kolenschepen mee naar Spitsbergen. Om de overtocht te verdienen werkte ik in de keuken en de kombuis. De reis duurde in totaal ruim twee weken."

De Korte merkt dat het gebied verandert. In Hornsund kon je in de jaren 70 een gletsjer oversteken om van west naar oost te komen. Dat was een wandeling van 25 kilometer. Nu is het nog tien. En binnenkort ligt er alleen nog open water: de zuidelijkste punt van Spitsbergen wordt dan een eiland.

Poolexpeditie dag 4: Dag van de waarheid op Spitsbergen


Waarschijnlijk hebben de meeste wetenschappers aan boord van de Ortelius vannacht gedroomd over alle mooie wetenschappelijke gegevens die ze gisteren hebben verzameld. Of over de adembenemend mooie natuur die we gisteren hebben gezien. Maar ik niet. Ik heb vannacht wel honderd keer gedroomd over steile gletsjers, over ontbrekende onderdelen van het weerstation, over zware sneeuwbuien.

Vandaag is namelijk de dag van de waarheid voor mijn onderzoek. En daarvoor ben ik wel licht gespannen. We varen op dit moment met het schip van Edgeøya naar het oosten van het hoofdeiland. Daar ligt de gletsjer waarop wij een volautomatisch weerstation gaan installeren. Dat wordt een flinke klus.

Flink sjouwen
Door nauwkeurige bestudering van satellietfoto's hebben we een route gepland, zo snel mogelijk het ijs op. Daar kunnen we, met stijgijzers onder onze bergschoenen, veel gemakkelijker lopen dan over het heuvelachtige, broze puinmateriaal dat aan de zijkanten van de gletsjer ligt.

Toch blijft het flink sjouwen: verdeeld over vier rugtassen nemen we ruim zeventig kilo bagage mee. En niet allemaal ideaal verpakt: sommige masten steken ruim een meter boven de rugtas uit.

Gegevens verzamelen
Als vanmiddag het weerstation - hopelijk - eenmaal staat, zal het de komende vijf jaar automatisch gegevens verzamelen. Die worden per dag via een satelliet doorgestuurd naar Nederland. Temperatuur, wind, sneeuwval, en natuurlijk de smelting van de gletsjer. Zo hopen we te begrijpen hoe de gletsjers in het oosten van Spitsbergen reageren op een warmer poolklimaat.

Vandaag is de cruciale dag. Ik pak nog even mijn kleding, gereedschap en proviand. En dan gaan we het ijs op. Samen met mijn collega's Willem Jan van de Berg en Stefan Ligtenberg, twee gidsen en de cameraploeg van de NOS.

Poolexpeditie dag 5: Poolleven kwetsbaar voor olievervuiling
Toen ik vanochtend opstond en uit mijn patrijspoort keek, zag ik dat we omringd waren door pakijs. Grote schotsen zee-ijs die vannacht met de oceaanstroming onze kant opgedreven zijn. Over het pakijs vliegen vogels af en aan, omdat er veel voedsel te halen valt. Plankton en kleine kreeftjes verschuilen zich namelijk graag in de gaten en kieren van de ijsschotsen.

Martine van den Heuvel en Andrea Sneekes, beiden zeebiologen van onderzoeksinstituut IMARES, trokken er vanochtend in een rubberboot op uit om watermonsters met kleine diertjes te verzamelen. Sneekes: "Het is iedere keer weer geweldig spannend om te zien wat er in het net zit. We gebruiken speciale netten die alle diertjes vangen groter dan 50 micrometer, waaronder ook slakjes en ribkwalletjes."

Kwetsbaar
In het mobiele laboratorium op het achterdek van het schip staan petrischaaltjes en reageerbuisjes vol krioelend leven. Van den Heuvel en Sneekes onderwerpen de beestjes aan verschillende concentraties olie, en aan chemicaliën die gebruikt worden om olievlekken sneller op te laten lossen na een olieramp.

"Nu in het Arctisch gebied steeds vaker naar olie geboord wordt, zullen dit soort stoffen vaker in het water terechtkomen", vertelt Van den Heuvel. "Doordat de voedselketen in het Arctisch gebied uit maar weinig soorten bestaat, is de natuur hier extra kwetsbaar. Sterft het plankton uit na een olieramp, dan raakt dat alle leven hier."

Zeesneeuw
Sneekes en Van den Heuvel doen ook onderzoek naar zeesneeuw. Dat is een schuimachtige substantie van eiwitten die kan ontstaan als oplosmiddelen in contact komen met algen en plankton. Bij de olieramp in de Golf van Mexico in 2010 zagen zeebiologen dat er een grote hoeveelheid zeesneeuw op de bodem terechtkwam. Dat sleurde veel microscopisch leven mee de diepte in en verstikte vervolgens het bodemleven.

"We kijken of er met Arctische plankton en algen ook zeesneeuw kan ontstaan. Over een paar dagen hoop ik dat in mijn reageerbuisjes te kunnen zien", zegt Van den Heuvel.

Poolexpeditie dag 6: In een rubberbootje op zoek naar slib
Vanochtend ging ik met een onderzoeksteam van geologen aan land op het eiland Barentsøya. Door de grijze mist en tussen het pakijs bereikten we uiteindelijk de kust. Vanaf het strand was het nog 200 meter sjouwen met zware blauwe kisten naar een klein meertje op het eiland. Al vele duizenden jaren staat dat meertje niet meer in verbinding met de zee. Daardoor heeft zich op de bodem jaar na jaar, laag voor laagje, een dik pakket slib kunnen vormen. Geoloog Wim Hoek en zijn team van de Universiteit Utrecht gaan met een holle boor dit sediment voorzichtig uit de bodem van het meertje halen.

Wankel
Met een grote luchtbedpomp, gekocht bij een kampeerwinkel, blaast Hoek een klein plastic rubberbootje op. Drie van zijn collega's stappen voorzichtig het wankele bootje in en peddelen een paar honderd meter over het water. Met een sonar zoeken ze een plek waar ze goed kunnen boren.

In het sediment zitten plantenresten, kleideeltjes, dode algen en plankton keurig opgestapeld, het oudste materiaal onderin en het jongste boven. Met speciale laboratoriumtechnieken kan Hoek zien hoe het klimaat hier is veranderd.

"Het sediment is een prachtig klimaatarchief. Ik weet niet hoe dik de sedimentlaag is, maar ik hoop in ieder geval laagjes uit de vroege Middeleeuwen te kunnen vinden. Misschien was het in die tijd iets kouder en natter. Dat zou de grote Europese volksverhuizingen tussen 300 en 700 na Christus kunnen verklaren. In die tijd zijn ook veel extra rivieren ontstaan, zoals de IJssel. Maar wat we hier precies gaan vinden is een grote verrassing."

Afgelegen
Het is een gek gezicht, zo'n dobberend speelgoedbootje in de kou en de mist in dit onherbergzame landschap. Maar het is juist de isolatie van Spitsbergen die Hoeks onderzoek mogelijk maakt. Hoek. "In Nederland hadden we ook mooie klimaatarchieven in de turf, maar die hebben we in de vorige eeuw allemaal opgestookt in kachels. Je moet nu naar dit soort afgelegen plaatsen toe om nog onverstoorde sedimenten te vinden."

Poolexpeditie dag 7: In een kajak over de ijszee
Door een spookachtig landschap, waar koude flarden mist over de oranjebruine toendra zweven, maak ik vandaag met een groep wetenschappers en toeristen een lange wandeling. Ineens zien we achter een heuvel bij de baai damp opstijgen. Een grote groep walrussen misschien? Opgewonden maar ook een beetje bezorgd loopt onze gids vooruit om een kijkje te nemen. Opgelucht komt hij even later bij ons terug: het is rook van een kampvuurtje. Ernaast op de toendra liggen drie kajaks, er staat een tent, en er zit een vrouw van amper 25 jaar.

40 uur peddelen
Ze komt uit Nieuw-Zeeland, en samen met twee landgenoten en vier Noren blijken ze de eerste groep die er in lijken te slagen om per kajak om Spitsbergen heen te varen. Ze vertelt: "Twee maanden geleden zijn we uit Longyearbyen vertrokken. We hebben deze tocht zes jaar lang voorbereid. Het stuk rond Nordaustlandet was veruit het lastigst en het gevaarlijkst."

Daar ligt de grootste ijskap van Spitsbergen, en de zuidkust is een verticale ijswand van 200 kilometer lang. "We moesten 40 uur non-stop doorpeddelen voordat we ergens op een rotspunt op adem konden komen." Daarmee vergeleken is hun eerstvolgende oversteek, 15 uur van Edgeøya terug naar het hoofdeiland over het wijde Storfjorden, een peulenschilletje.

"In de afgelopen twintig jaar zijn een paar eerdere pogingen op niets uitgelopen", vertelt onze expeditieleider Jan Belgers. "Vijftien jaar geleden zijn twee Noren een houten hut in gevlucht toen ze een ijsbeer zagen. Die heeft vervolgens hun kajaks aan gort geslagen. Na drie weken wisten ze de aandacht te trekken van een helikopter die overvloog."

Volgens Belgers zijn ijsberen en walrussen voor kajakkers een groot probleem. "Ze vallen gemakkelijk aan en zijn niet bang voor mensen." Ook deze groep heeft in totaal 40 ijsberen gezien, sommige op minder dan honderd meter.

Fruit
We laten ze achter met een paar chocoladerepen en vers fruit. Dat hadden ze al een tijdje niet meer gehad. Daarna moeten we weer verder, nog 12 kilometer naar de plaats waar wij opgepikt worden. We waanden ons hele avonturiers, maar na dit verhaal voelen we ons weer gewone wandelaars.

Poolexpeditie dag 8: De bedreigde iconen van de Noordpool
Vanochtend voer ik in een rubberboot langs de kust van Edgeøya, het eiland waar de onderzoeksboot nu al een week ligt. Op het strand, bij een oude, dichtgetimmerde jagershut, lag een groep van wel honderd dampende walrussen in de zon. Mooi en symbolisch; een lange neus naar de jagers.

Sinds een internationale commissie van poollanden de jacht op ijsberen en walrussen verbiedt, is hun aantal toegenomen. Een onderzoek van de Nederlandse overwinteringsexpeditie op Edgeøya in 1968-69 was de directe aanleiding voor het jachtverbod. Door ijsberen te verdoven, konden de onderzoekers destijds merktekens aanbrengen om ze te volgen. Van de twaalf ijsberen die zij in de winter hadden gemerkt, zijn er de volgende zomer vier afgeschoten aan de westkust. De druk op de populatie bleek dus enorm, en veel groter dan gedacht.

Herstel
Vanwege het jachtverbod zijn er weer veel meer ijsberen in dit deel van het Arctisch gebied. Maar bioloog Maarten Loonen van de Rijksuniversiteit Groningen vreest dat dit herstel van korte duur is. "Het verdwijnen van het zee-ijs is een grote bedreiging voor de walrus en de ijsbeer", zegt hij.

En dat zee-ijs verdwijnt snel. Sinds 1980 is de hoeveelheid ervan met ruim 60 procent afgenomen. Loonen vervolgt: "Jonge ijsberen kunnen na het zogen niet snel genoeg meer het ijs op om groter te worden, omdat het ijs tegenwoordig al veel vroeger in het seizoen weg is. De walrus, die iets minder aaibaar is maar net zo bedreigd, leeft van bodemdiertjes die op hun beurt afhankelijk zijn van de rijke algengroei tussen het pakijs. Met het verdwijnen van het ijs zullen zij hun leefwijze radicaal moeten veranderen om te overleven."

Graatmagere ijsbeer
Via de portofoon horen we dat er een paar kilometer verderop een ijsbeer loopt. Een prachtig dier, zie ik als we hem naderen. Adembenemend om zo dichtbij te komen.

Onze gids maakt duidelijk dat dit exemplaar het moeilijk krijgt. Hij is nu al graatmager, en pas in januari komt het ijs terug. Tot die tijd is hier op het land maar weinig te eten.

Poolexpeditie dag 9: De lokroep van de intercom
Op dit moment liggen we in de Hornsund, een diep en betoverend fjord, uitgesleten door breed stromende gletsjers. We zijn al op de terugweg van het eiland Edgeøya naar de hoofdstad van Spitsbergen Longyearbyen. Daar verwacht de kapitein morgenochtend vroeg aan te komen.

Voor de meeste wetenschappers zit het werk op Spitsbergen erop. Alleen de zeebiologen nemen nog wat laatste watermonsters en ronden hun experimenten in het lab op het helikopterdek af. De komende maanden begint het echte wetenschappelijke werk: gegevens analyseren, artikelen schrijven en de vergaarde kennis delen met de rest van de wereld.

Wetenschapper voor één dag
Ondertussen waren er ook zo'n vijftig toeristen aan boord, die zich hadden ingeschreven voor deze bijzondere Arctic Academy. Het gaf hun een kans om te leren over het poolgebied en om hier en daar een helpende hand te bieden bij het onderzoek.

Het werd een vertrouwd gezicht: toeristen die knielend in de zompige toendra tussen het mos en onder steentjes kleine beestjes verzamelden voor de twee insectenbiologen aan boord. Sommigen waren voor één dag archeoloog en hielpen met het onderzoeken van de restanten van Russische jagershutten uit de achttiende eeuw.

Ook voor de wetenschappers was veel te zien onderweg. Af en toe was er tijd voor het bekijken van al het leven dat hier in het korte zomerseizoen te zien is.

Dat dierenleven houdt zich niet aan het programma aan boord. Zo gebeurde het regelmatig dat diners en lezingen werden onderbroken door de onverbiddelijke lokroep van de intercom: "Drie Noorse vinvissen aan bakboord! Drie Noorse vinvissen aan bakboord!", waarop tientallen telelenzen en verrekijkers zich naar het buitendek van het schip haastten.

Poolexpeditie op tv
Vooral door de adembenemend mooie filmbeelden van cameraman Ruben Kocx hoop ik dat de schoonheid van het landschap en de natuur ook bij u in de huiskamer doordringt. Vrijdag en zaterdag kunt u de reportages van deze onderzoeksreis zien in de NOS Journaals van zes en acht uur. En natuurlijk op NOS.nl.





TELEVISIE

NOS journaal
Jinek
Nieuwsuur
Jeugdjournaal


OVERZICHTEN
Weblogs
Kranten
Websites
RADIO FRAGMENTEN

> Lees meer...






NIEUWS

Twitter
Facebook
Resultaten
Lezingen
Bijeenkomst


SCHRIJVERS OVER SEES
Nienke Beintema
Maaike Borst
Ramsey Nasr

POOLSTATION.NL

Beleef de activiteiten mee op het Nederlands Poolstation op Spitsbergen.

> Lees meer...